Het land van vuur en vuur
Vulkaanuitbarsting Fagradalsfjall + rondreis IJsland
Het staat op de bucketlijst van menig avonturier; in levenden lijve een vulkaan uitbarsting meemaken. Als dat eventjes kan zonder daar een lichaamsdeel bij te verliezen of volledig ver(r)ast te worden, is dat ook mooi meegenomen.
Op 19 maart 2021 omstreeks 21.30 u ontstond een 700 meter lange scheur in het afgelegen Geldingadalur dal een kleine 9 km ten oosten van het kleine stadje Grindavik. Deze scheur maakte het mogelijk dat magma relatief onbelemmerd aan de oppervlakte kwam zonder daarbij explosief van karakter te zijn en of veel as te produceren en verspreiden. In de loop van de dagen en weken daarna vormden zich verschillende kraters die respectievelijk actief en inactief werden tot uiteindelijk op 16 oktober 2021 geen lava meer werd waargenomen en de uitbarsting ophield. Het is niet geheel uitgesloten dat de activiteit zich herneemt en voor een nieuwe episode van magma uitstroom zorgt.
Het is én was natuurlijk niet evident om daadwerkelijk de vulkaan actief bezig te zien. Vulkanen zijn nukkige, onvoorspelbare en grillige fenomenen die elk moment kunnen uitbarsten en er ook mee ophouden. Het is dus verre van zeker als je een tweetal maanden voor vertrek een reis plant en dan nog in volle Corona crisis, dat die vulkaan nog zo vriendelijk zal zijn uit te barsten.
Als zorgverleners waren we bovendien beiden dubbel gevaccineerd, voorzien van attesten en goed voorbereid op wat er van ons ging verwacht worden bij aankomst in IJsland. Daarbovenop was de vulkaan nog altijd naarstig aan het uitbarsten. Nu moesten we nog enkel hopen op een beetje treffelijk weer.
Bij aankomst in de zeer rustige luchthaven in Keflavik werden we onderworpen aan een PCR test. Van alle neuskoterij die we de afgelopen maanden ondergingen was deze IJslandse versie veruit de meest "diepgaande". De muur waar ik met mijn rug tegen stond verhinderde dat ik instinctief een stap achteruit zou zetten. Dan nog eens diep poken in het keelgat tot kokhalzen toe en de test zat erop. Na het ophalen (gemaskerd uiteraard) van de camperwagen werden we geacht in quarantaine te zitten tot de uitslag van de test. Die kwam er al na 4 uur en was gelukkig negatief. Niks kon ons nu nog beletten zwavel te gaan snuiven !
We hadden 16 volle dagen om met onze camper rond te rijden en dag 1 & 2 én 15 & 16 trokken we volledig uit voor de vulkaan. De resterende dagen vulden we probleemloos met het bezoeken van locaties en bezienswaardigheden die we tijdens de vorige vier IJslandreizen misten. Hieronder zal je een beknopte beschrijving vinden met foto's van deze locaties.
Uitbarsting van de Fagradalsfjall
Dé hoofdreden voor deze vijfde IJslandreis ! Hoe vaak kun je een vulkaan zien uitbarsten ? Juist, zelden. Nu weten trouwe bezoekers van deze site wel dat we al het grote voorrecht hadden om op verschillende locaties in de wereld zwavel te snuiven en zelfs tweemaal de uitbarstingen op de Italiaanse Stromboli mochten meemaken. Maar een piepjonge babyvulkaan van jetje zien geven is natuurlijk van een andere orde. De foto hier net onder toont hoe de toestand was op 14 april '21. Toen waren er een zestal "vents" ofte uitstroom openingen die soms tegelijk of afzonderlijk lava spuwden. Uiteindelijk stopten alle vents en bleef enkel één krater lava spuwen. Dit ging in continu veranderende cycli en patronen. Toen wij er waren begon er ongeveer elke 10 à 15 minuten een lavastroompje uit de krater te stromen, aan te zwellen tot een grotere stroom om uiteindelijk te eindigen in een gigantische vloedgolf. Wij zaten samen met een aantal andere mensen op, ik schat één à anderhalve kilometer van de actieve krater en je kon gewoon de hitte voelen van op deze afstand !
Die lava die uitgestoten wordt, zoekt zich natuurlijk een weg en stroomt waar er het minst weerstand is. Vermits de vulkanische activiteit al een aantal weken bezig was, was er al een groot grillig lavaveld gevormd. Ook dit is heel boeiend om te bestuderen, te horen en te ruiken. Onvoorstelbaar hoe dik en ver de lava al gestroomd was. Je hoort het knisperen, je voelt de hitte, je ruikt hoe de aarde van binnen zo ongeveer ruikt, allemaal heel fascinerend. Wat we op een paar uur na gemist hebben is het juiste moment waarop een lavafront een pasje overschrijdt en plots in een stroomversnelling als een gloeiende, vloeiende rivier naar een lager gelegen vallei stroomt. Je hoort ons evenwel niet klagen, we waren al dolgelukkig dit fenomale natuurgeweld te kunnen observeren.
Jökulsárlón
Op weg naar het oosten passeer je dit -meestal - met ijsbergen gevulde meer. We hielden er al meerdere keren halt, kampeerden al tot twee maal toe aan de oevers van dit meer (niet meer toegelaten) en konden op deze passage natuurlijk ook weer niet zo maar voorbij rijden. Het blijft een uitzonderlijk spektakel. Zo werkt het : een grote gletsjer dropt grote stukken ijs in een meer. Dit meer ligt dichtbij zee en traag maar zeker dobberen en drijven deze ijsschotsen richting de zee. Waar het meer versmalt naar een kanaal (vlak aan de brug waar de ringweg 1 overheen loopt) komt alles in een (letterlijke) stroomversnelling. Eerst wordt het ijs gegrepen door het afvoerkanaal en wanneer het een eind voorbij de brug is gestroomd begint de invloed van de zee te spelen. De ijsblokken worden wat heen en weer gestuwd maar uiteindelijk komen ze in volle zee terecht. Een groot aantal van deze blokken worden uiteindelijk onder invloed van getijden, golven en windrichting finaal op het zwarte lavastrand geworpen.
Papegaaiduikers in Borgarfjörður
Het blijven komische, schattige maar o zo bewonderenswaardige vogels die een groot deel van hun leven overwinteren op zee. Vanaf april tot ergens in augustus komen deze zeevogels aan land om te paren, nesten en het jong groot te brengen. Borgarfjörður Eystri ligt helemaal in het uiterste oosten van IJsland op het einde van de deels onverharde 94. Het haventje ligt een paar km ten noordoosten van het dorpje en het schiereilandje aan de haven is prima uitgerust om alle zeevogels die er broeden en verblijven te observeren. Er lopen houten steigers over het eilandje en beschikt zelfs over een ruime en verwarmde vogelkijkhut. Alle info op https://www.borgarfjordureystri.is/en/puffins
Laugarfell - watervallen wandeling
Ten zuidwesten van het zuidelijkste puntje van het Fljótsdalshreppur meer (in de buurt van de stad Egilsstaðir) splitst de 910 (Austurleið) zich af van de 931 en begint direct de bergen in te klimmen. 35 km verder neem je de weg die links (Laugarfellsvegur) tot aan de gelijknamige bemande hut (https://laugarfell.is/) loopt. De hut beschikt over verschillende kamers, een restaurant en vooral twee fijne hotpools buiten. De watervallen wandeling die we maakten begint aan de hut en is bewegwijzerd. Mooie wandeling waarop we buiten verschillende watervallen en een canyon ook nog een kudde rendieren spotten.
De Stuðlagil kloof
Een verborgen parel in het hoge noorden van IJsland die steeds bekender en bekender wordt. De kloof die de Jökulsá á Brú rivier heeft uitgegraven in het gesteente, heeft op deze plaats hele mooie gebogen en rechte basaltzuilen blootgelegd. Wanneer je Egilsstaðir in noordelijke richting op de ringweg 1 achter je laat bereik je na ongeveer 51 km op je rechterkant een klein benzinestation (Orkan) met bijhorende camping en winkeltje. 1,5 km verder sla je linksaf op de 923 en na het brugje over de rivier rijd je rechtdoor op de eerste splitsing. 12 km verder heb je twee opties: 1) je slaat hier linksaf en parkeert de wagen op de parking voor de oude (Amerikaanse) metalen brug en wandelt op de rechteroever naar de canyon of optie 2) je rijdt 3,6 km verder om bij een splitsing (kampeerweide) links af te slaan tot aan een grote parking. Daar loopt een trap naar beneden naar een platform waar je van bovenaf in de canyon met de basaltzuilen kijkt. Meer kan je hier niet doen. Optie 1 is voor de wandelaars en al wie in de canyon wil wandelen. Als toemaatje krijg je er bij het begin van de gemakkelijke wandeling na ongeveer 2 km nog een mooie waterval bij (Stuðlafoss). Enkele richting is de wandeling ongeveer 4,5 km en niet moeilijk. Enkel ter hoogte van de basaltzuilen moet je een beetje opletten waar je loopt want je wil zeker niet in de ijskoude rivier terecht komen !
Ásbyrgi
Is een hoefijzervormige depressie die gevormd werd door twee afzonderlijke vloedgolven veroorzaakt door een vulkaanuitbarsting onder een ijskap. De depressie is ongeveer 100 meter diep, 3,5 km lang en 1 km breed. Door de bescherming die de kliffen rond de depressie bieden, heerst er een micro klimaat en is er een on-IJslands bos ontstaan. Wie al eens in IJsland is geweest, is het zeker al opgevallen hoe bar en kaal het landschap is. Her en der staan kleine bosjes of groepjes bomen. Ook niet verwonderlijk natuurlijk als je het gure klimaat, de onvruchtbare grond en de soms vijandige vulkanische activiteit in beschouwing neemt. Vandaar dat wandelen in dit gebied toch wel een beetje vreemd aanvoelt. Eenmaal je uit de diepte naar de top van de kliffen klimt en boven op de vlakte loopt, maken de bomen plaats voor lage struiken. Nog wat verder wandel je dan in een desolaat landschap dat niet zou misstaan als decor in een of andere apocalyptische science fiction film. De onderstaande foto's maken alles duidelijk. Het hele gebied maakt deel uit van het Vatnajökull nationaal park en ligt in het noordoosten van IJsland ongeveer 40 km in vogelvlucht ten oosten van Húsavik.
Hljóðaklettar
Een paar km ten zuiden van Ásbyrgi ligt dit bizar wonderland van buitengewone rotsformaties en basaltkolommen. Het is al bij al een klein behapbaar gebied en zeker niet te missen ! Ook deze plaats is - hoe kan het ook anders - vulkanisch van oorsprong en is een onderdeel van het grote Vatnajökull nationale park. Toegang is via de 862.
Rauðinúpur
In het uiterste noorden van IJsland op ongeveer 25 km van het dorpje Kópasker, vlak onder de poolcirkel, rijzen twee zeventig meter hoge rotspilaren uit de zee op. Het is één van de weinige plaatsen op IJsland waar de Jan-van-gent broedt. Deze rotsen liggen zo afgelegen op het bijna verlaten Melrakkaslétta schiereiland, dat je er probleemloos de grote massa's zuidelijker in IJsland mee ontloopt. Wanneer je uit Kópasker in noordelijke richting over de 870 rijdt, passeer je op je rechterkant een klein meertje. Ongeveer 3 km verder waar de 870 lichtjes naar rechts buigt, sla je linksaf op de onverharde Núpskatla weg die je volledig tot het einde bij de boerderij afrijdt.
Op de rotsen zie je in het broedseizoen buiten de Jan-van-genten ook papegaaiduikers, noordse sternen, stormvogels, alken en nog zo veel meer. Op het vasteland net voor de twee pilaren pronkt ook nog een typisch IJslandse vuurtoren.
Reactie plaatsen
Reacties